Ben Bowlby, bedenker en ontwerper van de DeltaWing:

‘Samen geschiedenis schrijven'

 

Amsterdam, 13 maart 2012 - De ontwerper van de DeltaWing is geboren in Engeland. Hij startte zijn autosportcarrière bij constructeur Lola in Groot-Brittannië. Negen jaar geleden verhuisde hij naar Amerika voor een functie als Technisch Directeur bij het succesvolle Ganassi Racing, een toonaangevend team in de Indycars, GrandAM en NASCAR.

 

Wat is de achtergrond van het DeltaWing-project?

‘Het komt voort uit het feit dat autoracen, vooral hier in Amerika, op slot zit door regelgeving, waardoor design en innovatie stokken. De regels zijn zo streng dat de auto's bijna allemaal hetzelfde zijn. Ik was getuige van de vermindering van interesse in autosport. Mijn eigen kinderen vroegen na een race waarom we ernaar hadden zitten kijken, omdat het zo saai was. Ik realiseerde me dat ik onderdeel was van een industrie die het risico loopt "uit te sterven".'

 

Maar het is een populaire opvatting dat autosport juist zorgt voor verbetering, dat technische innovatie start op de circuits.

‘Gek genoeg ben ik verbaasd over hoe weinig er in de racerij ontwikkeld wordt. De meeste technologie is voor de openbare weg ontwikkeld en wordt vervolgens toegepast op het circuit. Sinds ik drie jaar geleden met dit project ben gestart, heb ik het gevoel dat ik bezig ben met autosportfilosofie. Autosport verandert de ideeën die mensen bij technologie hebben of wat cool is. Vanaf het moment dat diesels bijvoorbeeld Le Mans wonnen, zijn personenauto's met een dieselmotor ineens geen "vrachtwagens" meer maar gewilde modellen. Omdat ze zich op het circuit hebben bewezen, zijn ze ineens gewild en zelfs cool.'

 

Hoe heeft dit tot DeltaWing geleid?

‘Ik hoorde dat de auto-industrie wereldwijd een 1,6-liter turbomotor met vier cilinders wilde introduceren voor races. Ze zouden hiervoor een motor ontwikkelen die was bedoeld voor de gebruik op de openbare weg, als onderdeel van een wereldwijd programma waarin met kleinere motoren naar meer efficiency werd gezocht. Wat wij dus nodig hadden, was een raceauto - een die waarschijnlijk niet bij de huidige regels paste - die het maximale zou halen uit de voordelen van zo'n motor en de prestaties van de beste raceauto's kon evenaren.'

 

Je zou denken dat je met een 1,6-litermotor niet aan de extreme prestaties van een raceauto kunt komen.

‘Je moet extreme prestaties hebben, maar je moet het ook doen met de technologie waarop de auto-industrie zich momenteel concentreert. DeltaWing is voortgekomen uit onze wens om met zo'n kleine motor net zo snel te kunnen zijn, maar toch minder brandstof en minder banden te verbruiken. Duurzaamheid is het speerpunt van onze raceauto. Het is wat ik mijn hele carrière heb gedaan; auto's lichter en aerodynamischer maken dan die van de concurrentie. DeltaWing is mijn antwoord op de vraag hoe je met minder net zo snel kunt gaan.'

 

Waarom Le Mans?

‘Op het moment dat we het concept aan de ACO voorlegden, vonden zij het meteen fantastisch. Het ademt de sfeer van Le Mans en past precies bij "Garage 56", de plek in de pitstraat voor experimentele voertuigen. DeltaWing laat zien dat we naast hybridetechnologie, biobrandstof en elektrotechnologie ook nog andere wegen kunnen bewandelen om efficiënter te zijn. Onze raceauto past in een traditie van experimentele raceauto's op Le Mans, zoals de Rover BRM met gasturbine (die van 1963-1965 drie keer meedeed). Net als die auto hebben wij het startnummer "0" toegewezen gekregen, wat zeer belangrijk is.'

 

Wat zijn de uitdagingen op Le Mans?

‘De echte uitdaging is het feit dat we met een compleet nieuwe auto aantreden. Bovendien heeft geen enkele leverancier onderdelen voor een auto die de helft weegt van een traditionele Le Mans-racer. We hebben er alles aan gedaan om onze gewichtsdoelstelling te halen. Dat betekent dat we nog niet zeker weten welke onderdelen een 24-uursrace overleven.'

 

Hoe rijdt de DeltaWing?

‘Hij heeft een goedaardig, maar pittig weggedrag, omdat hij op de grens overstuurd is. In andere woorden: als je de limiet van zijn grip bereikt, neigt hij naar overstuur. Dit is ongebruikelijk voor een raceauto met de motor achterin. Normaal gesproken hoort daarbij onderstuur, tenzij het overstuur expres wordt opgewekt, met op de limiet van zijn grip plotseling overstuur. In ons geval hebben we progressief overstuur, waardoor de coureur in de bocht kan tegensturen en zo gecontroleerd die grens kan vasthouden. Dit is in een onderstuurde auto niet mogelijk. Een coureur heeft voorkeur voor overstuur, omdat je onderstuur alleen maar kunt corrigeren door gas terug te nemen. Controleerbaar overstuur, intrinsiek aan de constructie van de DeltaWing, is sneller.'

 

Hoe zit het met de bestuurderspositie?

‘De coureur zit verder van de voorwielen af dan gebruikelijk, maar als we kijken naar raceauto's van vroeger dan zaten coureurs ook veel verder naar achteren dan nu. Coureurs in de DTM (Deutsche Tourenwagen Masters) zitten ook ver achterin. Zij zeggen dat ze op die plek veel meer feedback van de auto krijgen, in het bijzonder van de aangedreven achterwielen. Je moet er wel aan wennen. De eerste indruk is vaak dat de auto slecht te controleren is, maar dat komt doordat je verder naar voren de dynamiek van de versnelling op je lichaam anders voelt.'

 

En Nissans betrokkenheid?

‘Nissan begreep meteen waar we mee bezig zijn en de auto past precies binnen hun filosofie om efficiency cool te maken. Nissan heeft de ideale motor geleverd. Een spectaculair stuk techniek. We hebben de krachtbron van onze dromen: hij heeft het juiste gewicht, het juiste vermogen en hij is enorm efficiënt. En Nissan neemt de geloofwaardigheid van een grote autofabrikant mee naar de experimentele klasse, waar we samen geschiedenis hopen te schrijven ... en daar draait het allemaal om.'

Een publicatie van Nissan