JERRY HARDCASTLE

VICE PRESIDENT VEHICLE DESIGN & DEVELOPMENT, NISSAN EUROPE

De ontwikkelingslink tussen Nissan en het DeltaWing-project

 

Welke Nissan-motor drijft de DeltaWing aan?

Het is een volbloed racemotor, maar conceptueel komt hij sterk overeen met onze direct ingespoten benzinemotor met turbo (DIG-T). Die gebruiken we al in auto's als de Nissan JUKE. Het is een 1,6-liter viercilinder die in DeltaWing-vorm 221 kW vermogen en 312 Nm trekkracht levert.

 

Dat klinkt niet als veel vermogen voor een raceauto.

Het is geheel in lijn met de eisen die het team van DeltaWing heeft gesteld. Bovendien is de auto zeer licht en aerodynamisch. Viercilindermotoren met deze cilinderinhoud kunnen veel meer vermogen leveren, denk bijvoorbeeld aan de F1-motoren uit het begin van de jaren tachtig. Maar we hebben geen plannen om deze motor op te voeren naar 1.000 kW!

 

En het brandstofverbruik?

Cijfers daarover kunnen we momenteel niet vrijgeven, maar duidelijk is wel dat hij stukken zuiniger is dan de huidige racemotoren. Een van de voordelen die we van de DeltaWing verwachten, is dat de combinatie van een kleine turbomotor en een lichte, aerodynamische carrosserie leidt tot een veel grotere actieradius. Minder tijd in de pits om te tanken zorgt voor meer racetijd.

 

Wat hoopt Nissan technisch gezien te leren van de DeltaWing?

Met betrekking tot onze interesse in kleinere motoren zijn we vooral geïnteresseerd in de prestaties, de efficiency en de duurzaamheid van deze motor. In onze productiemodellen passen we al kleinere motoren toe die net zulke goede prestaties leveren als grotere motoren van concurrenten, maar daarbij tegelijkertijd zuiniger zijn en minder uitstoten. Met de DeltaWing kunnen we de potentie van onze 1,6-litermotor verder onderzoeken voor toekomstige toepassingen.

 

Welke toepassingen, afgezien van de motor, kan DeltaWing nog meer opleveren voor productiemodellen?

We zijn zeer geïnteresseerd in de aerodynamica. De DeltaWing heeft een klein frontaal oppervlak en hij heeft een dubbele vortex-bodem om genoeg neerwaartse druk te genereren. In onze zoektocht naar het verlagen van de CO2-uitstoot, is optimale aerodynamica een speerpunt.

 

Is de aerodynamica van een raceauto echt toe te passen in auto's voor de openbare weg?

Vanzelfsprekend zijn we gebonden aan regelgeving en de praktische eisen die worden gesteld aan een auto, maar we richten ons vooral op het verbeteren van de aerodynamica van de bodem. We hebben bijvoorbeeld voor de facelift van de QASHQAI in 2010 de bodemplaat vlak gemaakt, waardoor het brandstofverbruik en de uitstoot zijn verbeterd. Het was een van de belangrijke verbeteringen, vooral op de extra milieuvriendelijke Pure Drive-uitvoering. We zijn geïnteresseerd in manieren waarop we dat nog verder kunnen verbeteren. Het is fascinerend om te zien hoe DeltaWing dit soort problemen benadert.

 

Kan een klein raceteam echt een bijdrage leveren aan een multinational als Nissan?

Doorbraken ontstaan meestal na veel finetuning. Een raceteam concentreert zich op één ding om op één gebied te presteren, waardoor het snel kan schakelen. Hierdoor kunnen de ingenieurs zich concentreren op de aerodynamica van de auto, om het team een concurrentievoordeel te geven. Wij kunnen van de opgedane kennis gebruikmaken en het resultaat van een doorbraak toepassen of het aanpassen naar een versie die geschikt is voor gebruik in een productiemodel. Bij onze sportieve modellen zijn we zeer geïnteresseerd in de balans van de achterkant. We kijken bij DeltaWing dan ook met speciale aandacht naar technieken die we kunnen toepassen om auto's op hoge snelheden stabieler te maken.

 

Is de versnellingsbak van DeltaWing interessant voor Nissan?

Ja. Het is een sequentiële vijfbak, speciaal voor de racerij. Net als die van de Nissan JUKE, maakt deze gebruik van techniek die de trekkracht naar ieder wiel meet. Op deze manier is het  bochtgedrag te verbeteren, net als de stabiliteit en de prestaties. We zijn benieuwd hoe deze technologie zich gedraagt onder race-omstandigheden, in het bijzonder op het gebied van duurzaamheid. Het is nu nog prematuur, maar ik verwacht verregaande technische uitwisseling tussen NTCE en DeltaWing.

 

Wat vind het personeel bij NTCE van de samenwerking met DeltaWing?

Bij het R&D-team van NTCE werken veel autosportliefhebbers die de F1 en sportscars met veel enthousiasme volgen. Sterker nog: sommigen nemen zelfs deel. Ingenieurs zijn altijd nieuwsgierig naar baanbrekende technologie en er is veel interesse voor de prestaties van DeltaWing, in het bijzonder van de motor, de versnellingsbak en de aerodynamica.

 

Wat was uw eerste indruk bij de kennismaking met DeltaWing?

Het deed me denken aan de Tyrrell F1-auto met zes wielen (de Tyrell P34 uit 1973). Met vier kleine wielen voor en een kleiner frontaal oppervlak had deze al een manier om een betere luchtstroom te verkrijgen. De auto won een Grand Prix voordat nieuwe regelgeving werd ingevoerd. Maar hij was ánders: als je hetzelfde doet als de anderen, dan krijg je een gelijkwaardig resultaat. Hetzelfde geldt voor Renault in de F1. Op het moment dat iedereen gebruikmaakte van een V8 Cosworth-motor en Ferrari zijn twaalfcilinder boxermotor had, ontwikkelde Renault een kleine turbomotor. Het duurde een tijd voordat die optimaal werkte en ze maakten fouten, maar van je fouten leer je meer dan van je successen. Toen die motor eenmaal presteerde, moesten de anderen Renault echter wel volgen.

 

Ziet u overeenkomsten met DeltaWing?

DeltaWing heeft net zo'n revolutionair idee en ze zullen in het begin tegen problemen aanlopen. Maar er is volgens mij geen twijfel over mogelijk dat het concept werkt. Ik denk dat iedereen over drie of vier jaar gebruikmaakt van deze revolutionaire vormgeving in combinatie met kleinere motoren.

Een publicatie van Nissan